Over mij

Mijn foto
Onderwijzeres in de Don Boscoschool te Waregem, vierde leerjaar. Vanuit mijn muzikaliteit vertoon ik een grote interesse naar de muzische mens. Ik geloof in de magische kracht dat muzische vorming in zich heeft. Eerst de geest moet worden geïnspireerd om het te kunnen uitdragen.

woensdag 15 november 2017

MEDIAMIX: Laat je horen - muziek op muzische wijze !

BIJ MUZISCHE VORMING GRIJPEN DE MEDIA OP ELKAAR IN

Eerst een oefening:

  • Neem een leeg blad A4-papier en verdeel het in 4 vakken.
  • Beluister in deze volgorde mp3 mp3 mp3 mp3
  • Met een potlood, pen of stift probeer je de muziek om te zetten in lijnen. Is de muziek stil en rustig dan maak je dunne en rustige lijnen. Is de muziek hevig dan zal dat ook aan de lijnen te zien zijn.
  • Beluister de fragmenten opnieuw. Deze keer moet je de tekeningen versieren. Je kan dat doen door stippen, lijnen en schaduwen aan je tekening toe te voegen. Gebruik kleuren die volgens jou bij de muziek passen. Nu heb je een tekening met allerlei grafische elementen en kleuren. Bvb zo: tekening
Deze oefening is de eerste fase in een les die op meerdere manieren verder kan:
  • De lln. vergelijken hun tekening met die van hun medeleerling(en). Wat is hetzelfde? Wat is anders?
  • We maken groepjes van 4 of 5 leerlingen:
  • De lln. moeten zich voorstellen dat de 4 muziekstukken uit één film komen. Wat zou er bij de muziek gebeuren? Ze schrijven dit neer per fragment. op een A3-blad.Zo bekomen ze een kort verhaaltje in vier delen. Dit verhaal wordt genoteerd in het bovenste paneel van het A3-blad. In het middendeel plakken ze elk hun eerste tekening. Het verhaal voorzien ze van geluiden en effecten, eventueel stukjes zang: ze noteren dit in het paneel ondereen. Zie voorbeeld.
  • Als iedereen klaar is worden de verhalen voorgelezen en de geluiden erbij gemaakt, eventueel met de startmuziek als achtergrond.

Deze oefening licht een andere belangrijke eigenschap van muzische vorming toe. De les is begonnen met 4 muziekstukken als starter. Deze muziekstukken mogen de kinderen omzetten in lijnen en kleuren. Ze bedenken er een verhaal bij en zoeken hier uiteindelijk passende klanken en geluiden. De oefening begint met muziekfragmenten (starter) en vraagt vertaalwerk naar beeld, taal en terug muziek: de gebruikte media staan niet los van elkaar maar grijpen op elkaar in. De kinderen moeten muziek omzetten (vertalen) naar een ander medium, daarna nog eens naar een ander, … Omwille van die vertaalopdracht moeten de leerlingen de spanning, de richting, het gevoel die binnenin die muzikale boodschap zit, omzetten in een andere taal. In dat vertaalwerk kunnen ze alleen maar bij zichzelf te rade gaan, vandaar de hoge persoonlijke betrokkenheid in deze oefening.

DE VIER MEDIA ALS SYMBOOLSYSTEMEN

Symboolsystemen beschrijven doen we met parameters. Media zijn verschillend van elkaar en hebben dus ook verschillende parameters nodig. Zo spreken we van muzikale bouwstenen, beeldende aspecten, factoren in ritmiek en betekenisniveaus in taal.

Muziek
De inhoudsstructuur van het medium muziek vastleggen kan op twee verschillende manieren. De eerste manier spreekt men over bouwstenen van muziek: melodie - ritme – klankkleur – vorm. Een meer moderne benadering is die aan de hand van klankparameters (duur, hoogte, kleur, sterkte) en opbouwelementen (klanken aaneenschakelen tot klankenreeksen, deze combineren tot muziekstukken).
Dus : melodie – ritme – klankkleur – vorm / klank - klankenreeks - muziekstuk

Taal
Net zoals bij muziek is de kleinste bouwsteen voor taal een klank. In tegenstelling met muziek leidt in taal de klank geen eigen autonoom bestaan. Pas als een aantal klanken samengevoegd worden tot een woord hebben ze betekenis. Een woord is op haar beurt een verwijzing naar de realiteit (een voorwerp, een gevoel, ...). Woorden functioneren in een zin. Zinnen functioneren in een boodschap.
Een toespraak, een gesprek, een roman zijn boodschappen waarin klanken, woorden en zinnen elk hun eigen betekenis hebben. Taalelementen hebben dus fonetische, semantische, syntactische en symbolische waarde.
Net zoals in muziek is taal in essentie een auditief medium en heeft het ook door de loop der eeuwen een notatiesysteem ontwikkeld. Toch is bijvoorbeeld een roman moeilijk vergelijkbaar met een muziekpartituur. Dat komt doordat de klank in taal verwijzende klank is, en de klank in muziek een betekenis op zich heeft. Taal kent hetzelfde verloop in de tijd als muziek (daarom bestaan er ook liedjes) maar wordt toch ook anders geregeld omdat woorden naar iets anders verwijzen dan zichzelf.
Dus : woorden - zinnen – boodschappen

Beeld

Een tekening, schilderij, foto, ... bestaat uit onderdelen. Soms lopen die helemaal door elkaar, soms zijn ze gemakkelijk te onderscheiden. Elk van die delen heeft zijn eigenschappen. De combinatie van al die eigenschappen, de spanning, het evenwicht en de verhouding ertussen maken een beeld tot wat het is. Deze eigenschappen noemen we beeldaspecten : licht - lijn - volume - kleur - textuur - vorm.
In tegenstelling tot een gedicht of een muziekstuk kent een tekening geen echt verloop in de tijd. Een CD zet je nu op en morgen is die zeker niet meer aan het spelen. Van een beeldhouwwerk kan je moeilijk zoiets zeggen. Toch hebben beelden een eigen tijdsdimensie : beschouwend ligt die bij de waarneming ervan. Bij het bekijken van een schilderij bekijk je vaak eerst het geheel en daarna schuiven je ogen van het ene stuk naar het andere. Je zoekt groepen van elementen, herkenningspunten, patronen die zich herhalen, je ziet wat groter is, helder of donker, grillig of strak, ..... Het creëren van een beeldend werk neemt ook tijd in beslag en daar ligt dan de factor tijd.
Dus : licht - lijn - volume - kleur - textuur - vorm

Beweging
Wat betreft de tijdsdimensie zijn muziek en beweging nagenoeg identiek. Bij beide valt de waarneming samen met het gebeuren zelf. In de gesproken taal is dat natuurlijk ook zo, maar de geschreven taal leidt haar eigen leven. Is muziek beweging in de klankruimte, dan is beweging beweging in de gewone driedimensionale ruimte zelf. Muziek en beweging hebben dus veel gemeen. Algemeen wordt gezegd dat beweging de meest natuurlijke en concrete expressiewijze is : iedereen leert het vanzelf. Je doet het ook met de kracht van je eigen lichaam en zonder omwegen.
Dus : Tijd – ruimte – kracht / beweging – reeks van bewegingen - choreografie

INPUT EN OUTPUT

Op de deze bladzijde zie je een overzicht van de mogelijkheden om van het ene domein naar het andere te gaan. In het centrale kader vind je algemene termen ter beschrijving van om het even welke uitdrukkingswijze. De vier andere kaders geven in- en uit-mogelijkheden aan voor de vier disciplines. Met IN bedoelen we : wat de kinderen als starter aangeboden wordt . Met UIT bedoelen we het medium en de werkvorm waarin ze zich moeten uiten.

Het volgend schema geeft aan hoe we met kinderen kunnen werken. We moeten proberen de spanning, evenwicht, verhouding, betekenis, richting, kracht, gevoel van de input van het ene medium om te zetten (vertalen, verbeelden, vertolken, verklanken) in de output van een ander medium.

Een voorbeeld : ik beluister een muziekfragment. Ik voel daarvan de spanning, het evenwicht, de verhouding en betekenis, de richting, de kracht en het gevoel aan en ik probeer deze spanning, ..... om te zetten in een collage, of een gedicht, of een spel met kleine popjes, ..... Op die manier kan je op de volgende bladzijde honderden zinvolle pijlen trekken. Steeds moeten ze langs het centrale kader passeren.
Voorbeelden van hoe het werktDe geselecteerde ‘input’ kan je omzetten in een product of creatie in een ander domein (bvb een stukje muziek omzetten in een tekening) of in hetzelfde domein (een stuk muziek omzetten in een reeks van concrete geluiden). Aan dezelfde input zou je ook iets kunnen toevoegen (een dialoog ontwerpen die samen met een stuk muziek opgevoerd wordt). Je kan ook iets verder ontwikkelen met de input als sturend element (een dialoog verder zetten met steeds wisselende muziek op de achtergrond). Probeer het zelf maar uit. In feite was het oorspronkelijke opzet van de hele site om dit aspect te illustreren. Ondertussen zijn er nog aspecten bijgekomen. Onder inspiratie > thema’s zal je vele toepassingen vinden.

BEPERKINGEN EN VOORDELEN
Deze benadering belicht een ander essentieel aspect van muzische vorming. Het voordeel ervan is dat het vele werkvormen aanlevert en meer nadruk legt op de waarde van de communicatievaardigheden in de verschillende deelgebieden.
Een nadeel is dat het vormgeven niet erg centraal staat.

woensdag 8 november 2017

MATERIAAL - VORM - BETEKENIS: Laat je horen - muziek op muzische wijze !

MUZISCHE VORMGEVING GAAT OVER VORMGEVEN IN FUNCTIE VAN BETEKENISSEN
Omdat deze site wil aantonen op welke manier muzikale activiteiten moeten opgevat worden willen ze muzisch waardevol zijn, vertrekken we van een didactisch model van muzikale opvoeding. Dit model is in grote lijnen gebaseerd op de structuur de leerplandoelen van het VVKBaO. Deze zijn op hun beurt geïnspireerd door een aantal Nederlandse publicaties uit de jaren ’80, ’90 en ’00.
Als je de link
KVB-model opent, zie je drie concentrische cirkels:
  • In de binnenste kring staan de drie kernbegrippen voor muzikale opvoeding: Klank – Vorm – Betekenis. Het spel tussen deze begrippen geeft dynamiek en zin aan alle muzikale activiteiten. Bovendien lenen de begrippen zich uitstekend tot een verbreding naar Muzische Vorming.
  • In de middelste kring staan de diverse vormen van muzikaal gedrag genoteerd: wat je allemaal met muziek kan doen (Maken, beluisteren, lezen en noteren, ontwerpen, praten over)
  • In de buitenste cirkel staan de attitudes die volgens het leerplan muziek van het VVKBaO bij het vak horen.
DE VERHOUDING TUSSEN KLANK-VORM-BETEKENIS
Een voorbeeld: Heks Karoetsie
Stel: je wil in de klas het lied ‘Heks Karoetsie’ -
zie liedjeslijst - zingen en er allerlei leuke dingen mee doen. Dit lied en een aantal instrumenten is je startmateriaal. Het lied zelf heeft bepaalde klank- en teksteigenschappen: het gaat over een heks, toverspreuken, de melodie gaat op en af … Het kan niet voldoende zijn het liedje vlot aan te leren en daarmee uit. Je moet iets met dat lied doen, je kan het bvb zo griezelig en spannend mogelijk maken. Om dit te realiseren kan je de stokjes gebruiken, de wind en het ruisen van de bladeren nabootsen, lachen als een heks,…. Je moet dit lied dus samen met de kinderen vorm-geven. De vraag die je je moet stellen is: „Hoe ga ik met de kinderen dit lied (startmateriaal=KLANK) VORM-geven dat het zo griezelig (=BETEKENIS) mogelijk wordt?zie voorbeeld aan linkerkant van de slide.

Concreet wil dat bvb zeggen:
- Wat gaan we luid doen en wat stil?
- Welk instrument gaan we daarvoor gebruiken?
- Hoeveel keer gaan we dit doen?
- Hoe gaan we dit variëren?
- Gaan we herhalen of doen we iets contrasterend?
- Zullen we na deze zin even pauzeren om er wat geluidjes tussen te produceren?
- Hoe laten we horen dat de kippen boos zijn?
- Hoe kunnen we het liedje nog vrolijker maken ?
- …………

Bij ‘Muziek Maken’ gaat de vraag dus als volgt: Hoe gaan met het startmateriaal om, zodanig dat het die of die betekenis krijgt?

Nog een voorbeeld: The Song of the EmigrantBeluister dit fragment en kijk ondertussen rechts op deze afbeelding
Lees nadien wat hieronder staat en beluister en bekijk nadien nog eens het fragment.

Klank: Wat je nu hoort is een blaasinstrument met een dubbelriet. Het mondstuk bestaat uit twee stukjes riet, die tegen elkaar gebonden zijn. Door erop te blazen breng je die rietjes aan het trillen. Dat geeft dat een scherp, eend-achtig geluid. Toch is de klank hier eerder zacht en afgedempt. Dat ligt aan de bouw van het instrument. De noten “vibreren”, d.w.z. trillen soms. Wat een mooie, klagende klank !

Vorm: Eén muzikant speelt de hele tijd door een lange noot. De andere speelt daarbij een melodie die mooi bij die noot past. De lange noot van de ene speler geeft betekenis aan de melodie van de andere. Het lijkt wel of de melodie op zoek gaat naar die ene noot. Op het einde spelen beide spelers inderdaad samen. Net alsof ze na lange tijd elkaar teruggevonden hebben.

Betekenis: Dit stukje muziek vonden we terug met een Engelse titel : “ The Song Of The Emigrant”. In onze taal : “Het lied van de emigrant”. Het is een klaagzang die vertelt over een boer uit Armenië. Omwille van de armoede moest hij zijn geliefde streek verlaten en elders zijn geluk zoeken. De droefheid en het verlangen hoor je zo. In het stuk kan je heel goed de leerling/meester-verhouding horen. De leerling speelt de lange noot: hij ondersteunt zijn meester en luistert aandachtig naar diens improvisatie. Op die manier leert de leerling bij.

Opnieuw beluisteren: In dit muziekstuk gaan klank, vorm en betekenis op een prachtige manier samen.

Bij ‘Muziek Beluisteren’ kan je het zo formuleren: Hoe zorgt die muziek ervoor dat ze die betekenis heeft? Belangrijk is niet wat muziek betekent, maar hoe muziek betekent.

Concreet wil dat bvb zeggen:
- Waarom kan precies deze muziek goed bij begrafenissen gespeeld worden en andere niet? (bvb omdat het traag gaat, met lange, brede noten, ook met blazers en lage strijkers, omdat het erg gelijkmatig is opgebouwd, zonder grote verschillen en contrasten, …)
- Hoe zorgt de muziek ervoor dat ik met vrolijk voel, dat ik spontaan ga meezingen, … ?
- Hoe komt het dat ik vind dat bruine kleuren bij deze muziek passen ? Hoe zorgt de muziek daarvoor?

De kernvraag die zich bij elke muzikale activiteit opnieuw stelt is: Wat is de verhouding tussen klank-vorm-betekenis?
Afhankelijk van de het muzikaal gedrag (maken, beluisteren, lezen en noteren….) dat de kinderen moeten stellen wordt deze vraag anders geformuleerd:

- Hoe noteer ik dat iets griezelig moet klinken? (noteren)
- Deze tekening, dit symbool, hoe kunnen we die verklanken? (lezen)
- Hoe kunnen we van dit droevig lied een vrolijk lied maken? (ontwerpen)
- Hoe maken we een Jazz-versie van “ploem de pluimstaart”? (ontwerpen)
- Hoe tonen we in onze bewegingen dat deze muziek heel plechtig is? (bewegen)
- Welk typetje kunnen we nadoen op die muziek,…. (bewegen)
- Wat is je lievelingsmuziek en waarom? (praten)

Besluit : Meteen zitten bij de kern van wat muzikale opvoeding en ook muzische vorming, zelfs van wat kunst is: Vormgeven in functie van betekenissen

Die vormgeving verloopt bij muziek aan de hand van klankeigenschappen. Je geeft het muzikaal materiaal vorm om een bepaalde betekenis te bekomen. Tijdens het CREËREN (muziek maken, lezen en noteren, ontwerpen) moet je vormgeven in functie van betekenissen. Bij het BESCHOUWEN (beluisteren, bewegen, praten) moet je de vormgeving gaan zoeken achter bepaalde betekenissen en andersom. Dat zoeken doe je door te dansen, te tekenen en er nadien over te praten.

MUZIKAAL GEDRAG EN ATTITUDEN
Wat is de relatie tussen de drie cirkels? Eenvoudig: door het stellen van een bepaald muzikaal gedrag ben je als leerling bezig met Klank-Vorm-Betekenis en bereik je bepaalde attituden. Bvb ik maak zingend en noterend het lied van de heks heel griezelig en daardoor werk ik aan mijn fantasie en creativiteit. Het is aan de leerkracht om daar bewust mee bezig te zijn en de kinderen ook zo aan te sturen.

DIT DIDACTISCH MODEL EN DE ANDERE MUZISCHE VAKKEN
Is dit model over te zetten naar de
andere muzische deelgebieden? (open in een nieuw venster) - Kunnen we het aanpassen, zodat het ook voor bewegingsexpressie, beeld, drama,…. van toepassing kan zijn? We denken van wel. In de plaats van klankeigenschappen kunnen we spreken over beeldaspecten, taaleigenschappen en bewegingsfactoren. Eigenlijk de eigenschappen van het materiaal waarmee je werkt. Vormgeving in functie van betekenis blijft.
Voor beeld, bewegingsexpressie en drama kunnen we ook vormen van beeldend, dansend, talig gedrag bedenken: tekenend, installaties makend, … dansend, choreografieën of een mimespel makend, … een rollenspel uitvoerend, gedichten schrijvend… Al deze vormen van muzisch gedrag kan je terugbrengen naar beschouwen en creëren. Met welk muzisch deelgebied we aan de slag zijn, er is altijd één constante: vormgeving in functie van betekenis. Dat is wat we de kinderen leren en daarvan moeten we bewust zijn als we binnen de deelgebieden lesactiviteiten bedenken.

EEN ALGEMEEN MUZISCH DIDACTISCH MODEL
Open (in een nieuw venster)
een algemeen muzisch didactisch model. We spreken nu niet meer van klank-vorm-betekenis maar wel van materiaal-vorm-betekenis. Met materiaal bedoelen we al het startmateriaal bij het begin van de activiteit. ook alle input tijdens de les.
Allerlei muzikaal gedrag wordt vervangen muzisch gedrag die we herleiden tot beschouwen en creëren.
De attituden van het leerplan muziek kunnen we vervangen door een algemene set van gewenste leereffecten die verder worden besproken.

Bekijk nog een paar
voorbeelden van hoe het didactisch model werkt.

BEPERKINGEN EN VOORDELEN VAN DIT MODEL
Deze benadering van muzische vorming is aan de vage kant als het over werkvormen gaat. In feite levert het weinig ideeën. Het verschaft wel duidelijkheid over de kern van de zaak : de begrippen materiaal, vormgeving en betekenis worden in hun volle breedte beschreven. Er wordt duidelijk gemaakt dat geen van de drie apart kunnen voorkomen, dat ze altijd met elkaar in verbinding staan. Wat betreft de doelen, de zin van muzische vorming en de processen die zich afspelen is dit model dus wel relevant. Het levert de voorwaarden om aan muzische vorming te doen.