Over mij

Mijn foto
Onderwijzeres in de Don Boscoschool te Waregem, vierde leerjaar. Vanuit mijn muzikaliteit vertoon ik een grote interesse naar de muzische mens. Ik geloof in de magische kracht dat muzische vorming in zich heeft. Eerst de geest moet worden geïnspireerd om het te kunnen uitdragen.

vrijdag 15 februari 2013

Gaston Chaissac achterna...

 


Benodigdheden:
  1. tekenpapier
  2. plakkaatverf in primaire kleuren
  3. kwasten
  4. pot water
  5. lijm
  6. touw
  7. zwart papier voor achtergrond
Gaston Chaissac (1910-1964) was een Franse schilder en dichter. Hij groeit op in een arm gezin en is vaak ziek. In 1934 verhuist hij naar Parijs en werkt als schoenmaker. Hij komt in contact met kunstenaars en besluit zichzelf te leren schilderen. In 1942 verhuist hij met zijn vrouw naar de Vendée. Het contact met Parijse kunstenaars en galerieën kan dan alleen nog per brief. Zijn werk werd alleen door hen gewaardeerd. Pas na zijn dood kreeg zijn werk erkenning bij het grotere publiek. Chaissac wordt een van de meest vrije en uitdagende figuren van de kunstwereld in zijn tijd genoemd. Hij gebruikte vele technieken en verwerkte ook vaak gebruikte materialen in zijn werk: schilderen van golfkarton, afkrabben van verf, gebruik van oude kranten, schillen, lappen etc. Daarnaast schilderde hij op elke ondergrond die hij tegenkwam, maakte pen- en inkttekeningen, aquarellen, olieverfschilderijen, collages en ongewone drie-dimensionale werken. Chaissac kenmerkte zijn eigen stijl als 'rustiek modern'. Hij wordt soms ook ingedeeld bij de kunststroming 'art brut' waartoe ook Dubuffet behoort. 
Zonder titel, door Gaston Chaissac
Bekijk foto's van het werk van Chaissac en dan met name bovenstaand werk. Bespreek de opvallende kenmerken: dikke zwarte lijnen die kleurvlakken scheiden, weinig diepte, gezichten worden eenvoudig weergegeven, witte vlakken. Wat zouden die witte vlakken kunnen betekenen? Ik heb deze schilder mede gekozen om een les over het mengen van kleuren te geven. De leerlingen tekenen op hun vel eerst een hoofd en een of meer ledematen. Zet met potlood een kruisje in deze vlakken, want ze moeten wit blijven. Vervolgens wordt het blad met golvende lijnen verdeeld in niet te kleine vlakken. De leerlingen kiezen twee primaire kleuren verf en gebruiken deze om verschillende kleuren te mengen. Met deze mengkleuren worden de vlakken geverfd. Begin met de lichtste kleuren en voeg steeds wat meer van de donkere kleur toe. Als het werk droog is, worden alle vlakken omrand met een dikke zwarte markeerstift. Oneffenheden vallen zo weg onder de zwarte lijnen. Teken tenslotte ogen, neus en mond in het gezicht. Plak of niet het werk op een zwarte achtergrond.
De leerlingen van het vierde leerjaar werkten niet met een zwarte stift.  Om de contouren weer te geven gebruikten zij stukjes 'touw'.
Enkele voorbeelden: