Het derde leerjaar leerde via de bewegingsexpressie het SPOKENBAL.
Leren hun gevoelens uiten en inleving.
Resultaat: zie website BiestJager (GVB Don Boscoschool) Waregemhttps://plus.google.com/photos/115584442143242171703/albums/6202116240324281441?banner=pwa
Toelichting:
Om 12 uur ’s nachts komen de spoken tot leven en dansen ze elk op hun eigen spokenmanier.
Dansexploratie:
Als het spokenbal begint, veranderen alle ‘lakens’ in spoken. Hoe danst een laken? Maak het visueel door aan de hand van een echte lap verschillende mogelijkheden te laten zien. Je kunt een laken frommelen (beweging in en uit elkaar); vouwen (groot en klein); laten glijden; losschudden of heen en weer laten deinen. Doe deze bewegingen voor met een lap en laat de kinderen proberen om deze bewegingen met hun lichaam mee te dansen.
Op het bed, in de kast, in de wasmand, hangend aan de waslijn kun je je lakens vinden. Laat de kinderen zelf hun uitgangspositie kiezen en van laken tot spook veranderen. Ze blijven hiermee op hun plek.
Tijdens de dans zijn er achtereenvolgens verschillende soorten spoken. De onderstaande suggesties kunnen een eerste aanzet geven om in beweging te komen:
- Deftige spoken: dansen met trage, statige bewegingen. Deze spoken glijden als het ware voort. Neus in de lucht, zeer voornaam. Af en toe begroeten ze elkaar met een deftige spokenbuiging!
- Vrolijke spoken: dansen met afwisselende springende en glijdende bewegingen, waarbij het hele lijf meedoet. Golvend, draaiend en dwarrelend om en langs elkaar heen.
- Griezelspoken: zo zie je ze en zo weer niet. Ze bewegen op de plek en verdwijnen ook weer (het laken wordt verstopt achter de rug). Aan het eind van het couplet wordt de laatste vorm even vastgehouden.
- Duizelige spoken: zwalken en dwarrelen kriskras door de ruimte. Op de ‘hik’ een hikbeweging omhoog maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten